In het zuiden van Kroatië ligt de stad Dubrovnik in de gelijknamige provincie. Alleen moet je er wel het land voor uit. En weer in. Bosnië-Herzegovina heeft namelijk twintig kilometer kustlijn waardoor je van grenspost tot grenspost zo’n negen kilometer in een ander land rijdt. Het zevende land waar we door rijden op onze roadtrip dus we konden niet anders dan even kort te stoppen in het stadje Neum om de lokale kerk te bekijken. Daarna vervolgen we onze route naar het zuiden: de weg loopt evenwijdige met de kustlijn en trakteert je dus op prachtige zichten.
Een toegangsticket kost 150 kuna per persoon (€20) en moet je goed bijhouden tijdens je bezoek. Je wordt namelijk aan de twee andere in- en uitgangen om je ticket gevraagd ter controle. Nog een budgettip: je kan een Dubrovnik card kopen waarmee je voor 200 kuna/24u gratis het openbaar vervoer kan nemen en ook je toegang voor de stadsmuren zitten inbegrepen. Je hebt er ook voor een langere periode: 250 kuna voor 3 dagen en 350 kuna voor 7 dagen. Als je dus de stadsmuren bezoekt en dus enkele keren de bus neemt (zoals wij bijvoorbeeld een keertje overdag op en af en ’s avonds nog eens terug), dan haal je je geld er wel uit. Online hebben ze een actie dat je tien procent korting krijgt, dus dan is het nog interessanter.
Op de trappen van de stadsmuren is het om negen uur ’s ochtends al zweten en zwoegen maar de beloning is groot: wat een prachtige uitzichten over de kust, het water en de bekende rode daken van de stad. Een wandeling van twee uur brengt ons langs de hele stad: van het Bokar fort langs de kustlijn naar het St-Johnsfort, kom je aan de oude haven om dan het stuk op de stadsmuren te lopen dat aan de binnenkant gelegen is. Op de je eerste meters heb je trouwens onmiddellijk al zicht op het Lovrijenac (dat ongetwijfeld herkend wordt door de GoT-fans als Red Keep) waarvan de toegang trouwens ook inbegrepen is in je ticket. Het fort was trouwens wat een zootje maar je hebt wel een mooi uitzicht over de stad.