Jummie koekjes! Deze website gebruikt cookies om inzicht te krijgen in wat jij hier graag leest. Natuurlijk doe ik daar geen gekke dingen mee: meer informatie vind je op de pagina over de Privacyverklaring.
Privacy Verklaring
Dit schiereiland heeft alles: uitgestrekte grasvelden, grillige kustlijnen en een woeste zee, zwarte stranden, vulkanen en lavavelden en het gevoel dat je je op een andere planeet bevindt. Een honderdtwintig kilometer ten noorden van Reykjavik, vind je het prachtige Snaefellsnes. Deze plek laat me dromen over hoe mooi de rest van het eiland is. Dit schiereiland heeft namelijk de bijnaam “IJsland in het klein”.
De bizarre muur van Gerðuberg
Het eerste deel van onze rit naar dit westelijk gelegen gebied gaat over de ringweg “1”. In Saurbaer heb je de keuze om ringweg 1 te volgen of om een stukje om te rijden via weg 47. Zelf kozen we ervoor om route 1 te blijven volgen: dit is korter maar hier moet je ook tol betalen voor de tunnel (1000 ISK enkel). Kies je ervoor om geld te besparen en om te rijden, hou er dan rekening mee dat je rit dan 60 kilometer langer wordt (enkele reis – +/- 1 uur reistijd). Een eind verder slaan we links af op weg 54 en na ongeveer 40 kilometer slaan we een kleine zijweg in. Maar met een goede reden! De eerste stop (nu ja, buiten een tankbeurt dan) van vandaag is bij de Gerðuberg basalten kolommen. Dit klif is maar liefst 500 meter lang en heeft dus oneindig veel hexagonale pilaren. Op momenten als deze vraag je je toch af tot wat de natuur allemaal in staat is. De imposante lava kolommen zijn tot 14 meter hoog en tot een meter dik. Een tip: bespaar jezelf de moeite om tot boven te klauteren, er is bovenaan werkelijk niets te zien.
De imposante Kirkjufell
Klaar voor meer natuurschoon, zetten we onze route weer verder via weg 54, die eigenlijk zo wat de hoofdroute is op het schiereiland. Omdat we in een “cirkel” rond Snaefellsnes willen rijden, slaan we al gauw af naar weg 56. Na prachtige uitzichten over dit deel van IJsland – het blijft verbazend hoe het landschap verandert – zien we de iconische berg Kirkjufell opduiken aan de horizon. Deze berg en de bijhorende waterval Kirkjufellsfoss zijn een van de leukste stops van de dag. Het waait even wat minder waardoor we redelijk vlot wat foto’s kunnen maken zonder het idee te hebben elk moment in de waterval te kunnen belanden, ook fijn af en toe. Deze plek is heel populair bij fotografen dus je zal wat geduld moeten hebben als je de perfecte foto wilt maken zonder andere bezoekers erop. Dit lijkt me ook een heerlijke plek om foto’s te maken van het noorderlicht als je IJsland bezoekt in de winter!
Een absurd maanlandschap en een zwart strand
Na een snelle lunch in de auto ging de roadtrip weer verder. Een snelle stop bij de opvallende kerk in Olafsvik en daarna kwamen we echt in een andere wereld terecht. In de buurt van de vulkaan Snaefelljökull, naar waar het schiereiland genoemd is (of is het andersom?) en onderweg naar Djúpalón, is het uitzicht echt fenomenaal. Je hebt er prachtige uitzichten over de ruige kustlijn, de kliffen en zwarte stranden. In dit gebied zie je ook tientallen vulkanen liggen en is het landschap bezaaid met lavarotsen/-velden. Het lijkt wel een maanlandschap. Vooral de enkele weg naar Djúpalón doet buitenaards aan, en de omgeving steekt scherp af bij de eerste blauwe lucht van onze reis. We parkeren de auto en lopen door naar het zwarte strand dat bezaaid is met de roestige resten van een scheepswrak. Dit strand staat er namelijk om bekend dat er veel schepen voor de kust zijn gezonken ‘dankzij’ de uiterst ruwe zee. De combinatie van het zwarte zand met de verroeste brokstukken geven een bijzonder zicht. En ook de korte wandeling door de lavavelden er naar toe is fijn. Toen wij er waren, kwam de wind weer stevig opsteken (90km/u) dus ik waaide bijna weg.
Als je zin hebt in een extra wandeling, dan kan je de 2.5 kilometer lange wandeling doen van Arnastapi naar Hellnar. Deze gaat door lavavelden en langs de kustlijn, maar dit heb ik door de hevige rukwinden, zelf niet gedaan. Arnastapi zelf is een fijne plek voor een korte stop: het dorp ligt mooi langs het water met de bergen/vulkanen op de achtergrond. Wat verder vind je de groene kloof Rauðfeldsgjá, leuk om even kort te stoppen, mocht je nog zin en tijd hebben.
De route en praktische tips voor het schiereiland Snaefellsnes
Plan zeker genoeg tijd in tijdens je roadtrip in IJsland! Zo kwamen wij een brand tegen in een grasvlakte. Hierdoor was de weg voor onbepaalde tijd afgesloten en de vriendelijke politieagent kon ons niet meer informatie geven dan hij zelf had. We zouden dus 100km (minimaal 1u30) moeten omrijden voor een stukje van 3km. We hebben de gok gewaagd en bleven wachten terwijl anderen omkeerden… En wij hadden geluk! Na een twintigtal minuten kreeg de politieagent een glimlach op zijn gezicht en wij mochten doorrijden, langs de zwartgeblakerde vlakte. Daarna reden we in één keer het lange stuk tot de hoofdstad Reykjavik, waar we twee nachten zouden slapen op de Rekjavik City Camping.
De totale route vanaf Reykjavik naar het schiereiland Snaefellsnes en weer terug bedraagt ongeveer 450 kilometer, een flink eind dus. Je zou het als (lange) daguitstap kunnen doen, maar fijner is om ook een nacht te overnachten op het schiereiland zodat je meer tijd hebt om de verschillende landschappen te ontdekken. Onderweg betaal je trouwens tol voor een brug: deze kost je ISK 1000 per enkele rit per auto. Je kan deze kosten uitsparen door een flink eind om te rijden.
Leuk hé, Snaefellsnes! Jullie hebben grappig genoeg weer een aantal andere dingen gezien dan wij. Ook sliepen wij wel op het schiereiland, maar hadden we ook tijd te kort. Het is er zó mooi dat je gewoon alles wilt zien daar. Ooit komen we er vast nog wel eens terug 😉
Marcella
Leuk hé, Snaefellsnes! Jullie hebben grappig genoeg weer een aantal andere dingen gezien dan wij. Ook sliepen wij wel op het schiereiland, maar hadden we ook tijd te kort. Het is er zó mooi dat je gewoon alles wilt zien daar. Ooit komen we er vast nog wel eens terug 😉
lottevdw
En daar kan ik niet anders dan je gelijk in geven Marcella: ooit gaan we nog eens terug. 🙂