Wat ik leerde over Mongolië
Nog nooit eerder deed ik een meerdaagse tour, want meestal reis ik gewoon zelf rond met behulp van het openbare vervoer. In Mongolië ligt dat anders. Je hebt enkele honderden kilometers geasfalteerde weg. Een naar het Terelj nationaal park in het oosten, een naar de grens met Rusland in het noorden, een naar de uitgestrekte steppe in het westen en een naar de zuidelijke provinciestad Dalanzadgad. Wil je iets van de natuur zien of wil je bij families op bezoek, dan moet je onvermijdelijk van die weg af. Het blijft mij een mysterie hoe onze chauffeur zich kon oriënteren op de horizon en ons zelfs in een sneeuwstorm, de juiste kant op kon loodsen. Wat ik zelf het grootste voordeel van onze tour vond, is dat we vanalles konden vragen aan onze Mongoolse gids. Van gewoontes en tradities tot banale zaken, dat had ik nooit kunnen ontdekken als je zelf doorheen het land reist.
Hier deel ik enkele feiten over Mongolië die ik leerde: zowel banale zaken als bijzondere dingen over hun eeuwenoude tradities.
Over (bij)gelovigheid
Mongolië heeft twaalf maanjaren (bvb draak, vis, schaap, aap…). Deze zijn in Europa ook beter bekend als de “Chinese kalender” maar is eigenlijk niet eigen aan de Chinezen. Ook kent men vijf elementen (aarde, water, vuur, lucht en ijzer) en samen vormt dit dus een groep van zestig jaren. Deze “zestig” is zoals wij een eeuw kennen.
Los van het geloof dat je aanhangt, zijn velen bijgelovig. Als je per ongeluk met de je voeten die van een andere raakt, schud je elkaar de hand. Dit omdat het aanraken van voeten een teken van vijandigheid is, dus dit compenseer je door het handen schudden.
Het meest verspreide geloof is het boeddhisme. Maar, vooral in het noorden en het westen, heb je ook aanhangers van het sjamanisme. Net zoals in België, zijn de meeste jongeren zijn niet meer praktiserend gelovig. Als je onderweg bent in het land, zal je vaak tekenen van sjamanisme tegenkomen. De bekendste is, niet meer en niet minder, een hoop stenen met al dan niet gekleurde gebedsvlaggetjes in. Men gelooft dat deze de geest van de berg of de omgeving bevat en dat je deze gunstig stemt door wat te offeren. Je offert stenen, geld, melk of wodka. Sommige chauffeurs toeten ook driemaal als eerbetoon.
Over het dagelijkse leven en de liefde
In het land zendt men de originele Engelstalige films uit en ondertitelt men in het Mongools. Daar kunnen onze Duitse en Franse buren nog wat van leren.
Ontmoet je een lief, dan is het meestal na een ongeveer een jaar relatie serieus. Dan wordt er verwacht dat je gaat trouwen en na enkele jaren relatie, heb je enkele kinderen. Het feit dat wij meer dan vijf jaar samen zijn en nog ongehuwd en kinderloos zijn, vond onze gids verbazend. (Ik twijfel er niet aan dat mijn (schoon)ouders het hier volmondig mee eens zijn.) Hij zei dat het na vijf jaar waarschijnlijk al twee of zelfs drie kinderen zou hebben. Als je met een meisje wilt trouwen, moet je haar ten huwelijk vragen. Het verschil met onze manier van verloven is echt er dat het meisje eerst enkele malen ‘neen’ moet zeggen alvorens toe te zeggen. Anders ben je te gemakkelijk. Vervolgens zal de vader van de man met een blauwe sjaal toestemming vragen voor het huwelijk aan de vader van het meisje. Deze traditie zal niet meer door iedereen gevolgd worden, maar het overgrote deel van de bevolking, ook in de stad, hecht nog veel waarde aan deze tradities en gewoonten.
Velen, vooral de oudere generaties, zijn sterk bijgelovig. Ontmoet je een meisje of jongen, dan moet er zeker nagekeken worden of jouw Aziatisch sterrenbeeld (bvb water + draak) wel een goede match is met deze van jouw toekomstige.
De kinderen worden opgevoed door de grootouders. Vaak wonen de grootouders in een provinciestad waar dan de kinderen bijwonen tijdens de week en ze hier ook naar school gaan. De ouders werken en wonen dan op het platteland in een ger en zorgen voor hun kuddes. In het weekend komen de meeste kinderen naar huis. De meeste tijd met hun ouders brengen ze echter in de zomer door, dan hebben ze drie maanden vakantie en helpen ze hun ouders met het werk.
Je merkt dat het land en zijn bevolking verandert: de jongeren hebben meer en meer een Westers/Amerikaans ideaalbeeld. Ze willen in de stad wonen, gaan studeren, dromen over het buitenland en willen geen herder of boer meer zijn. Maar wel is er een groot respect voor de hardwerkende boeren. Onze jonge gids had de American Dream, maar deed niets liever dan in het weekend ontsnappen van de drukte van de stad naar het platteland. Hij geniet hard van de lokale specialiteiten, het praten met de families en slaapt het liefste op de grond in een ger.
Over het land
Het land is nog maar vijfentwintig jaar een democratie, daarvoor was het een communistisch land net zoals zijn twee buren. Sinds de invoering van de democreatie, mogen de bewoners ook weer bezittingen hebben. Zo staat er in de grondwet dat elke inwoner recht heeft op 0,7 hectare land en deze kan je aanvragen bij de overheid.
Je ziet kuddes kamelen, schapen, geiten, paarden en koeien grazen op de steppe en in de woestijn. Er zijn geen omheiningen, de kuddes lopen waarheen ze willen. De herders houden hen van ver in’t oog met een verrekijker, rijden er regelmatig eens naar toe op hun paard of een motor of bellen eens met de buren om te zeggen dat een van hun kuddes te ver aan het afdwalen is. Oh en die buren, dat kan gemakkelijk zestig kilometer verderop zijn. De meeste dieren zijn “tam” en onderdeel van een kudde. Wel zie je er ook wilde gazelles en antilopes en af en toe een zwerm gieren die zich tegoed doen aan een gestorven dier.
Er loopt een bergketen helemaal van het westen van het land tot in het zuidoosten, met als hoogste piek 4000 meter. Hier leven steenbokken (ik spotte een gezinnetje), wolven en sneeuwluipaarden. Die laatste zal je hoogstwaarschijnlijk nooit zien, en wolven zal je waarschijnlijk enkel horen.
In het natuurgebied Flaming Cliffs hebben ze het neefje van T-rex gevonden en vele belangrijke ontdekkingen aangaande dinosaurussen. In Ulaanbaatar heb je een klein dinosaurusmuseum, wat wel eens leuk is om te bezoeken, en hier kan je het ook de skeletten bewonderen dat men gevonden heeft, net zoals dinosauruseieren.
Recyclage is er nog niet zo ingeburgerd als bij ons. Men scheidt het plastic wel van de rest, maar vaak verbrandt men de plastic en begraaft men de rest.
In de hoofdstad Ulaanbaatar wonen anderhalf miljoen mensen, ongeveer de helft van de inwoners van Mongolië. De stad is jaren geleden ontworpen voor een inwonersaantal van een half miljoen, dus ze barst uit haar voegen. In de wintermaanden is de luchtkwaliteit extreem slecht: doordat vele mensen er in gers wonen die verwarmd worden met een houtskachel, hangt er altijd rook in de straten.
Over het nomadisch bestaan
De herdersfamilies verhuizen vier keer per jaar: een keer per seizoen. Een ervaren gezin kan in slechts twintig minuten een ger afbreken of opzetten. Iets wat langer duurt, is het graven van een diepe put op enkele tientallen meters van het huis. Zelden zal je een deur aantreffen in het houten hokje, dus het is een toilet with a view.
Een ger is een ronde tent waarin de hele familie leeft. Ger betekent huis in het Mongools. Centraal staat de kachel, die verwarmd wordt met hout, kolen of paardenkak. Deze kachel dient als verwarming en ook kookt men hierop. Tegen de wanden staan twee enkele bedden, een kast voor de keukenspullen, eentje voor de kleding en een kastje dat als altaar dient. Hier zie je vaak boeddhabeelden en foto’s van het gezin op staan. Naast de kachel staat een lage tafel centraal, al dan niet met kleine krukjes. Alle gers hebben dezelfde opbouw, maar de grootte en vooral de versiering varieert. Hoe rijkelijker de versiering, hoe duurder de ger.
Een bekend spreekwoord in het land is deze mooie spreuk:
“van alle wegen, is die naar huis de juiste/mooiste.”