Het prachtige Belem
Ik vond het heerlijk om me naast dit bouwwerk neer te vleien en met het zicht op de Ponte 25 de Abril en het geruis van het water op de achtergrond, weg te dromen over verre reizen en onbekende landen. Deze brug gelijkt zeer sterk op de wereldberoemde Golden Gate Bridge in San Franisco, maar dit is geen verrassing als je weet dat het door dezelfde maatschappij gebouwd is. Loop je verder langs de Taag dan kom je aan de Torre de Belem, die vroeger als verdedigingstoren in het midden van de rivier stond maar door de aardbeving in 1755 verbonden werd met het vasteland. Op enkele plaatsen kan je de spoorlijn over en kwamen we bij het moderne Centro Cultural de Belem: als je een liefhebber bent van moderne architectuur, loop dan zeker eens over het binnenplein. Dit gebouw staat er maar achtentwintig jaar maar past toch goed in de historische omgeving; zijn buurman is namelijk niet van de minste: het 16e eeuwse klooster Mosteiro dos Jerónimos. Bij elk bezoek aan Belem, kan ik het niet laten om enkele heerlijke Pasteis de Belem te gaan eten, liefst samen met een capuccino met een toef slagroom, of on-the-go buiten op een bankje. Deze lekkere bladerdeegtaartjes gevuld met vanillepudding garneer je naar believen met kanaal en bloemsuiker en kan je kopen op slechts één adres: de Confeitaria de Belem. Er staan vaak (lange) wachtrijen maar de bediening bij de afhaalbalie gaat vlot. Deze keer was ik er op maandagvoormiddag en hoefden we niet te wachten. Na deze zoete stop, namen we de trein naar de badplaats Cascais. Vanuit Belem betaal je dezelfde prijs als uit Lissabon (vanuit station Cais do Sodre) zelf: voor €2.15 mag je een halfuurtje genieten van het uitzicht op de Taag. Vanuit het treinstation, tevens de eindbestemming van de trein, loop je zo het dorpscentrum in waar je winkeltjes en voldoende restaurantjes vindt voor die knagende maag te sussen met verse visgerechten.Cascais vanuit Lissabon: genieten maar!
We liepen langs het Praia da Rainha: vroeger was deze kleine maar mooie baai, het privéstrand van de koningin. Op onze wandeling naar de Marina de Cascais komen we langs het Fortazela da Cidadela, wat nog steeds gebruikt wordt door het leger. We besloten onze route nog wat langer te maken en we liepen verder langs het water en het fotogenieke Casa Da Santa Maria en de bijhorende vuurtoren. Enkele kilometers verder kom je bij het Boca do Inferno (mond van de hel): een kloof in de rotsen waar het water wild tegen de rotsen slaagt, prachtig natuurgeweld. Na deze warme wandeling verdienden we wel een ijsje en een luilekker moment op het strand. Tegen de avond aan vonden we het tijd voor een terugkeer naar Lissabon, voor onze laatste avond in de stad. We kregen echter nog niet genoeg van het leven langs het water en besloten onze wandeling verder te zetten in oostenlijke richting. Een uurtje later kwamen we aan bij het treinstation Sao Pedro do Estoril en hier namen we de trein terug naar Cais Do Sodré. Moegewandeld genoten van de zonsondergang met uitzicht op het water en aten we in een klein restaurantje in Bairro Alto. De laatste dag deden we het rustig aan, met het oog op ons uurwerk voor tijdig de metro naar de luchthaven te kunnen nemen. En wat is er rustiger (dan de pittige heuvels op te klimmen) dan een ritje in de beroemde tram 28? Dit gammele trammetje reed ons langs oude straatjes en prachtige uitzichtpunten. Heb jij steden waar je zo een tweede (of derde of vierde…) keer naar toe wilt? Benieuwd naar welke steden zich nog perfect lenen tot een weekendje er tussenuit? Hier vind je alvast wat inspiratie!
Marlies zegt
Ik ga naar Lissabon en kwam zo op jou blog terecht.
Bedankt want ik kan hier wel wat uit halen 🙂
Ik heb Rome al twee keer bezocht en wil graag nog eens!
Marlies aka Magnificent Escape
lottevdw zegt
He Marlies, leuk om te lezen! Veel plezier alvast en geniet van het ronddwalen in de verschillende wijken.
Jenny - ikreis.net zegt
Leuke! Ik ga volgende maand naar Lissabon. De eerste keer, ik ben heel benieuwd.