Ik las over Boekarest dat het een stad is die zich niet zomaar laat bezoeken, zonder de standaard bezienswaardigheden en dat ze haar geheimen niet meteen prijs geeft. Een perfecte omschrijving van de Roemeense hoofdstad. Het is geen gemakkelijke stad maar eentje om te ontdekken. Maar het is een fijne plaats voor 48u, om koffie te drinken in hippe zaakjes, om te kuieren door de straten in de winterzon. Om de schoonheid te ontdekken in de rauwe straten met zijn vervallen glorie. Een stad die voor mij perfect past bij de uitspraak “never stop exploring”.
Je hebt niet altijd de tijd om lang of ver te gaan reizen, maar in een weekend kan je op citytrip naar een leuke stad dichtbij. Achtenveertig uur is nooit voldoende om een stad echt te leren kennen, maar wel om een eerste indruk op te doen en om enkele leuke plekken te ontdekken.

De Scoala de Arhitectura, het eerste gebouw dat we zagen in de stad. Toeval?!
Een plaats waar we nog niet eerder geweest waren en goedkope vliegtuigtickets, zorgden ervoor dat we drie dagen naar Roemenië gingen in februari. De weken ervoor vroor het tot min tien en bij ons bezoek lagen er nog pakken sneeuw, bijeengeveegd langs de kant, te wachten op de eerste zonnestralen. Wij waren achtenveertig uur in het Parijs van het Oosten, benieuwd wat je kan doen op een weekend in Boekarest?
Eerste kennismaking met de Roemeense keuken
Aangekomen in het centrum gaan we meteen op zoek naar een lokaal restaurant voor onze eerste kennismaking met de Roemeense keuken. We komen uit bij La Mama, waar we onder andere een traditionele ciorba soep proberen. Geen onverdeeld succes maar we kunnen er tegen aan. Ons hotel ligt vlakbij het Cismigiu Park, het oudste park van de stad. We zien er spelende kinderen, lege vijvers en een schaatsbaan met discolichten. Om de hoek ontdekken we de Cretulescu kerk, een van de vele talrijke kerken die de stad telt. Zelf ben ik wel fan van deze schattige kerken, ze zijn klein, mooi gedecoreerd, kennen regelmatige bezoekers en vaak is er een vrouwtje die de kerk net houdt.


Zlatari kerk
De stad is er een met een rijke geschiedenis: op het Piata Revolutiei staat de universiteitsbibliotheek, het oude paleis en het gebouw waar vroeger de Roemeense communistische partij zetelde. Op het balkon van deze laatste heeft Ceausescu zijn allerlaatste toespraak gegeven, tot op heden een van dé momenten van de val van het Communisme. Het National Art Museum is gelegen in het voormalige koninklijk paleis, een van de gebouwen waar Ceausescu de mosterd haalde voor zijn Parlementspaleis. Een tip: op de eerste woensdag van de maand kan je de ruime vaste collectie gratis bewonderen. Dat je geen kunstwerken mag fotograferen, dat weet ik al langer dan vandaag, maar hier vonden ze het ook maar niets dat ik een foto nam van een detail in de marmeren traphal… Je bent gewaarschuwd. 🙂 Loop je de straat over, dan kom je bij het knap gerenoveerde Ateneul Roman. Als je geluk hebt, kan je hier kan een optreden meepikken in deze prachtige, oude concertzaal.
Omdat we pas in de late namiddag aankwamen, zat onze eerste dag er snel op. We gingen heerlijk avondeten in een populair zaakje (meer fijne restauranttips volgen nog) en ging nog even naar het shoppingcenter op het Piata Unirii. Een winkelcentrum vol moderne winkels aan de buitenkant maar met lelijke en slecht onderhouden wandelgangen in het hart van het gebouw. De tegenstelling in dit gebouw paste mooi bij de rest van de stad, net zoals in Warschau zag ik hier ook de twee gezichten van een oud-communistische hoofdstad.
Het grootste gebouw van de stad
Op onze tweede dag bezochten we het grootste gebouw van de stad. En van het land, Europa en het tweede grootste administratieve gebouw ter wereld. Het parlementspaleis van Ceausescu, waarvoor talrijke huizen en hun bewoners moesten wijken en waarvoor kloosters en hun kerken zijn verplaatst. Omdat het balkon gesloten is tijdens de wintermaanden, wij hadden nochtans bijna 15 graden en een heerlijke winterzon, kozen we voor de standaardtoer en de veelbelovende kelder als extraatje. Er bevindt zich namelijk een heuse atoomkelder op de onderste verdieping dus ik was dan ook hoopvol om van deze laatste een glimp te kunnen opvangen. Bij deze: it’s a trap! Ook al kost het maar 5 lei (+/- 1.2 euro) meer om de kelder te bezoeken, doe het niet. Tenzij je graag naar leidingen en sanitaire buizen kijkt. Maar zelf mijn lief de architect, vond dat maar niets. 😉 Ik heb zo ontzettend veel foto’s getrokken van het parlement, dat ik hier vast en zeker een aparte blog aan ga wijden. Ik heb me alleszins de ogen uitgekeken en vind het dan ook een must-visit bij je bezoek aan Boekarest!

Palatul Parlamentului
Aan de andere kant van het parlement vind je trouwens het nationale museum voor contemporary art, wat wij niet bezocht hebben. Het was namelijk veel te mooi weer om nog meer tijd binnen door te brengen. Tijdens de rondleiding door het parlementspaleis, hadden we ook een mooi uitzicht over de Bulevardul Unirii. Toen we het imposante gebouw verlieten, besloten we dan ook om een stukje over deze grote boulevard te wandelen door het Centru Civic. Grote, in typisch communistische stijl, appartementsblokken waarachter enkele kerkjes en onder andere het Antim Klooster zich verstopt.
Lunchen doen we in het bekende Caru’ Cu Bere, een art-nouveaux icoon, en onder begeleiding van een heus strijkersorkest (van vier vrouwen groot). De typische keuken bevalt ons hier beter dan de dag voordien en voor de prijs moeten we het ook niet laten. We betalen slechts 58 lei (=13 euro) voor elk een driegangenlunch en een groot pintje. Dit restaurant is niet alleen zelf een gekend gezicht in de stad, het is in goed gezelschap want gelegen in het oude hart van de stad. Wat verderop vind je de fotogenieke boekenwinkel Cărturești Carusel.
Een ongekende parel in het historisch centrum zijn toch wel de Villacrosse en Macca Passages. Het deed me denken aan Milaan maar ook aan Parijs. Deze 19e eeuwse voetgangersarcades, samen met de talrijke, imposante gevels, zorgen ervoor dat ik best de vergelijking tussen Boekarest en Parijs begrijp. Een hippere passage of straatje is de Pasajul Victoria, bekend om zijn “dak” van paraplu’s.


Naast het Curtea Veche, waar Vlad the Impaler (waar Bram Stoker de mosterd haalde voor zijn dracula) vroeger woonde, staat de Sint-Antonskerk. Prachtig gerenoveerd met zijn rode en witte kleuren, maar het was vooral wat zich hier binnen afspeelde wat ons aangreep. Een dame zat op een houten lessenaar een tekst te schrijven en ging vervolgens een kaarsje branden. Ondertussen knielde er een man neer voor de pastoor. Terwijl deze zijn brief prevelde, legde hij de tip van de priesterstola op de man zijn hoofd. Op het einde werd de man gebalsemd en was het geluk van zijn gezicht af te lezen. Ik denk niet dat ik al ooit iemand zo gelukkig en zo verlicht gezien heb. Er was duidelijk een grote last van zijn schouders gevallen. De priester had er trouwens zijn werk aan, want er vormde zich een rijtje van gelovigen die geduldig wachtten op zijn zegen.




Onze tweede en laatste avond brachten we door in het hippe Alt-Shift. Midden in de week en toch moesten we reservaties maken. Gezeten in mijn favoriete Eames stoelen, kozen we zoete cocktails, een Marrakesh-salade die ik niet op kreeg en een caloriebom als dessert. Suiker genoeg voor een jaar en bijna misselijk zeg ik u!
Donderdagochtend waren onze laatste uren in de stad aangebroken. Vlakbij de Arcul de Triumf ligt het Village Museum, met verschillende, oude woningen uit de vorige eeuwen. Ik vond het best bijzonder dat deze huizen echt verhuisd zijn van hun locaties in Roemenië naar dit groot park in Boekarest. Wij zijn hier op een uurtje moeten doorlopen, maar neem hiervoor toch 1.5-2 uur de tijd om rustig te kuieren door de verschillende woningen, kerken en molens.




Praktische tips voor een weekend in Boekarest
Enkele praktische tips die ik graag nog even meegeef. Wij vlogen op de Otopeni-luchthaven en deze is eenvoudig verbonden met het centrum door twee buslijnen. Lijn 780 en 783, brengen je in drie kwartier naar het hart van de stad. De eerste bus tot het treinstation dus zelf maakte ik gebruik van bus 783 die je via de grote boulevard langs het Kiseleff park, de Arcul de Triumf, het Piata Victoriei en het universiteitsplein tot op het Piata Unirii brengt, op 500 meter van het grote parlement. De namen van de bushaltes staan duidelijk aangeduid in de bus dus als je op voorhand weet, welke halte de meest handige is, kan je ze niet missen. De stad is best compact en wij wandelde dan ook alle afstanden. We namen slechts een keer de metro tot bij het Village Museum in het noorden van de stad en dan kostte ons slechts vijf lei (€1.2) voor twee personen.
Zou jij een citytrip naar deze onbekende Europese hoofdstad overwegen?
Meer lezen over Roemenië?