Golden Circle IJsland: de ideale daguitstap vanuit Reykjavik

De zogenaamde Golden Circle is zo wat de bekendste regio van IJsland. En dat hoeft ook niet te verbazen. Met een cirkelvormige route die prima in 1 dag te doen is vanuit de hoofdstad Reykjavik, is een zo wat een standaard daguitstap als je maar weinig tijd hebt in IJsland. Ook is het mogelijk om deze vanuit Reykjavik met een georganiseerde tour te doen, mocht je geen zin of tijd hebben om een auto te huren. En vooral: je krijgt natuurlijk écht wel wat natuurschoon te zien. Ook deel ik nog enkele extra stops zoals een prachtige, onbekende waterval met je, die je perfect kan bezoeken onderweg van Vik naar de eerste stop van de Golden Circle route.

Route Golden Circle

De route van de Golden Circle brengt je vanaf Reykjavik naar het kratermeer Kerid, naar de imposante waterval Gullfoss en via de geisers in Geysir (yes, van hier hebben de geisers hun naam!) naar het nationaal park Thingvellir. Als je dan ook weer eindigt in de hoofdstad, dan heb je een rondje afgelegd van 230 kilometer.

Ergens onderweg

Omdat de Golden Circle onderdeel was van onze 5-daagse trip door IJsland en we net van de zuidkust van het land kwamen, zag onze route er net een tikje anders uit. De standaard Golden Circle route begint en eindigt vanuit Reykjavik. Als ook jij doet dit, raad ik je aan om je eerste stop in Kerid te houden. Hier kom je door vanaf de hoofdstad eerst ringweg 1 te volgen tot Selfoss, daar neem je dan weg 35 tot in Kerid. Hier vind je een blauwgroen kratermeer van 3000 jaar oud. Deze lag voor mij niet op de route en bezocht ik zelf niet.

Onbekende waterval

Als je van de mooie Zuidkust van IJsland komt, heb je vast geslapen in de buurt van Vik. Vanaf hier rijd je weer richting Reykjavik via ringweg 1, na een dikke honderd kilometer, slaag je rechtsaf op weg 30. Na iets minder dan dertig kilometer moet je opnieuw rechtsaf over weg 32. Je zal een bordje zien staan naar Hjalparfoss na een klein halfuurtje: volg de grindweg tot op het einde en aanschouw in alle rust deze prachtige waterval.

Op zoek naar nog enkele mooie stops aan de Zuidkust van IJsland?

De kerk van Skalholt met popart ramen

De volgende stop op de route is het kleine dorpje Skalholt. Hier kom je door weg 32 weer terug te nemen en dan via weg 31 te rijden. Zowel vanaf Vik als vanaf Reykjavik/Kerid is dit geen heuse omweg dus ik raad je zeker aan om hier even te stoppen. Skalholt was vroeger een van de meest belangrijke plaatsen in IJsland. Het was gedurende zeven eeuwen een politiek en cultureel centrum en ook werd de eerste officiële school van het land hier gesticht. In 1075 was het een van de grootste steden van het land. Ik weet overigens niet of dat veel wilt zeggen als je ziet dat het nu echt piepklein is. 😉 De reden waarom ik hier wou stoppen is omdat de kerk van Skalholt bijzondere ramen heeft: het zijn glas-in-lood-ramen maar dan in een soort van vrolijke bijna popart stijl. Ook staat hier een turf huis: ik vind het zo’n leuk zicht dat grasdak!

De Golden Circle: de imposante Gullfoss

Na Skalholt beginnen we aan de “echte” Golden Circle route: weg 31 komt uit op een T-splitsing. Hier sla je rechtsaf en volg je weg 35 helemaal tot het einde en je komt bij Gullfoss. Deze immense waterval wordt de gouden waterval genoemd en als je geluk hebt, kan je er prachtige regenbogen zien over de waterval. Ze bestaat uit twee delen: het eerste deel valt ongeveer een tien meter naar beneden en iets verder dondert al het water meer dan twintig meter omlaag in een kloof.

Van boven kijk je zo de kloof in: ze is maar liefst 70 meter diep en 2.5km lang! Het water stort hier met zo’n debiet neer dat er altijd een grote hoeveelheid water opstuift en voor een soort mist zorgt. Ook zorgt dit er voor dat je vaak getrakteerd wordt op een regenboog boven de waterval. Je hebt hier twee wandelpaden die je kan volgen. Een brengt je tot aan het punt waar je ongeveer gelijk staat met de top van de kloof, de andere wandelroute brengt je naar een hoger gelegen punt. Beide zijn korte wandelingen dus er is geen reden om ze niet allebei te doen. Bij felle wind, zoals wij die hadden, raad ik je aan om niet te dicht bij de kant te lopen en al allemaal niet als de wind je de kloof induwt.

Aan het begin van het onderste pad, zie je een gedenkplaat staat voor Sgridur, de dochter van Tomas Tomasson, een van de eigenaars van de Gullfoss. Zij protesteerde hevig toen er begin vorige eeuw plannen waren om de rivier in te dammen om er een waterkrachtcentrale te bouwen. Gelukkig zijn de plannen niet doorgegaan en kunnen we dus nu nog steeds genieten van het natuurschoon.

Geisers in Geysir

Deze keer is de rit maar van korte duur: slechts 10 kilometer verderop vind je de geisers. En ja hoor, van hier hebben die dingen hun naam. In het dorpje Geysir vind je een park met verschillende geisers in. De grootste of opvallendste zijn de volgende: Konungshver (koningsbron), de Litli Geysir (kleine Geysir) en de felblauw-gekleurde geiser Blesi. De bekendste is echter Geysir. Ongeveer tweehonderd jaar geleden was de geiser zeer actief en spoot het water tot maar liefst 170 meter hoog. Daarna nam de activiteit af en hield hij er een tijdje mee op. Na een aardbeving aan het eind van de 19e eeuw werd de geiser weer actief en kon je elk halfuur het water zestig meter hoog zien spuiten.

Jammer genoeg is Geysir het slachtoffer geworden van tourism gone bad en doordat bezoekers stenen in de geiser gooide in de hoop hem te ‘activeren’, is hij nu niet meer actief. Maar omdat deze geiser in de loop van geschiedenis wel vaker perioden van inactiviteit kende, is er hoop dat hij ooit weer actief wordt. Hier vlakbij ligt geiser Strokkur: de enige die je zal trakteren op het bijzondere zicht van een waterkolom van 30 meter hoog. Ongeveer elke tien minuten (mei 2017) zakt de waterput eerst als het water een tikje in, om dan tot wel dertig meter hoog te spuiten. Ik ben gebleven om het enkele keren te zien, ik vond het toch een bijzonder en uniek zicht.

Wandelen tussen twee continentale platen in Thingvellir

De laatste bestemming voor vandaag is het uitgestrekte Thingvellir nationaal park. De eerste glimp die je opvangt van dit nationale park is gelijknamige meer. Als je verder langs het meer rijdt, kom je uiteindelijk bij het bezoekerscentrum met een van de parkings waar je jouw auto kan parkeren. Dat kost je overigens ISK 500/dag (8-20u). Wij kwamen pas laat aan (rond 18u30) en hebben het risico genomen omdat het bezoekerscentrum al gesloten was.

Vanaf hier kan je verschillende hikes maken, ook de andere parkings zijn prima startpunten voor een wandeling. Het nationaal park is erkend sinds 1930 en is zowel een historische site als natuurpark. Je kan hier letterlijk tussen twee tektonische platen wandelen. De Euraziatische en Noord-Amerikaanse plaat drijven langzaam weg van elkaar. Dit was ook al in de beginjaren van het land een bijzondere plaats en daarom hebben de leiders in de tiende eeuw voor deze plek gekozen om hun grondwet vast te leggen. Eigenlijk kan je dus zeggen IJsland hier ontstaan is. Over het domein vind je dan ook verschillende historische sites zoals de Thingvellir kerk en archelogische opgravingen. Je hebt er ook prachtige uitzichten over het meer en de Oxararivier. Ik wandelde de hike naar de waterval Oxararfoss.

Er zijn echter voldoende wandelroutes om je een halve of hele dag te vermaken. Ik raad je dus zeker aan, als je van wandelen houdt, om voldoende tijd te voorzien voor het nationaal park. Ook lijkt het mij het beste om de Golden Circle route te starten in Thingvellir: voor de andere stops hoef je namelijk niet zoveel te wandelen.

Ook kom je voorbij de camping in het nationale park. Men heeft verschillende campings, maar er is een langs het kantoor dat je vlak naast de weg vindt. Dit is het hele jaar door geopend en kost ISK 1300 per persoon. Ik vond het er een mooie omgeving, met de bergen op de achtergrond. De camping was er begin mei nog gesloten (de gemeenschappelijke zones), maar de hevige wind zorgde ervoor dat we er voor kozen om verder door te rijden in de hoop een meer beschutte plek te vinden.