Laat je verrassen door Adelaide

Op mijn korte roadtrip door Australië bezocht ik drie staten en drie bijhorende steden. In New South Wales bezocht ik wereldstad Sydney, in Victoria at ik overheerlijk in foodiestad Melbourne maar het meest verrast was ik door Adelaide in South Australia.

Adelaide praktisch

Een Australische lowcostmaatschappij brengt ons in een tweetal uur van Sydney naar Adelaide, de grootste stad van South Australia. Als je aankomt mag je meteen je horloge een halfuurtje naar voren draaien: in deze staat geldt namelijk een andere tijdzone. Een beetje gek dat halfuur, maar hey, tegen een “gewonnen” halfuurtje tijd zeg ik geen nee. Eens uit te luchthaven spring ik op de express bus en een halfuur later en vijf Australische dollars armer, sta ik aan de rand van de compacte stad. Het eerste wat we doen is inchecken in ons hotel voor de komende nacht: het Adelaide Paringa hotel, goed gelegen in Hindley Street in het centrale deel van de stad. Propere kamer, goed ligging maar geen wifi of onbijt: we betalen €150 voor een tweepersoons- en een vierpersoonskamer dus voor €25 per persoon zijn we gesteld.

Een grappig weetje over de stad: je hebt hier overal gratis wifi op het Adelaide city netwerk. Kan je meteen je avonturen op instagram gooien of het thuisfront jaloers maken met een foto van een lekker drankje onder een stralende hemel. De stad bestaat ruwweg uit twee delen: het centrale deel en het noorderlijke deel. Het centrale deel is een rechthoek van ongeveer twee op anderhalve kilometer en je kan dus perfect alles te voet verkennen. Dat deden we dan ook! We verlaten “onze” straat en lopen via een van de parallelstraten naar Tandanya, het National Aboriginal Cultural Institute. Een hele mondvol voor een compact galerij met Aboriginal kunst. Tandanya is dagelijks geopend van 10-17u en kan je terugvinden op de hoek van Grenfell Street en East. Er hangen enkele knappe werken maar helemaal warm word ik er niet van. Maar zeker fijn om eens door te lopen, maar na een halfuur sta je hier waarschijnlijk wel buiten. Het is gratis toegankelijk dus helemaal budgetproof!

Botanic Garden

Na een verfrissende stop bij een Irish Pub (hoera voor happy hours) zetten we onze wandeling verder naar de Botanic Garden. Wat een heerlijke groene oase van rust, in een al niet zo drukke stad! Deze tuinen openden in 1857 heeft een prachtige serre, oftewel het Palm House uit 1877. Wat echter de meeste indruk maakt is het Bicentennial Conservatory: dit is de grootste serre van Australië en bevat alle elementen van een tropisch regenwoud. Niet alleen de planten maar ook een watersysteem dat zelfs wolken vormt! Wij werden alleszins tijdens onze wandeling over het houten pad in de serre getrakteerd op een korte maar krachtige tropische regenbui. Ik wandelde hier een tweetal uur rond door de verschillende bloementuinen, kuierde langs de vijvers en omarmde een gigantisch boom (met z’n vijven pasten we er nét rond). Deze tuinen zijn gratis te bezoeken en zijn geopend tot valavond.

Maak zeker ook een wandeling door de stad zelf, zo kom je varkens tegen in Rundle Street, kan je design bekijken (of wie weet zelfs kopen) in de Jamfactory of het Lion Arts Centre of gewoonweg gezellig kuieren tussen de Victoriaanse huizen. Aan de oostkant tussen Rundle en Grenfell hebben een hoop kleine fijne winkels hun plek gevonden. Langs het water vind je het Elder Park en het Festival Centre. Dit laatste zijn twee geometrische betonnen constructies maar mijn architectuurhartje wordt er niet warm van. Het geheel oogt wat grauw en grijs maar gelukkig brengen de gekleurde bootjes rond de Torrens River hier verandering in. Wel even opletten, hier huist namelijk, naast een familie zwarte zwanen, een hongerige pelikaan. Als je rustig zit te picknicken, komt ie namelijk je boterham wegpikken. Groot beest met zijn vleugels open, maar hij is de kwaadste niet. Al ondervind ik dat liever niet de hard way. 🙂

Lekker eten in Adelaide

Aan restaurants en café’s geen gebrek in Adelaide. Zo dronken we iets fris met zicht over de rivier en het Elder Park bij Regattas (op veilige afstand van onze grote gevleugelde vriend) maar profiteerden we ook van het happy hour bij de Irish Pub op East. Mocht je België te hard missen, kan je ook nog steeds het Belgian Beer Café opzoeken. Voor ons budget was Peel St net te prijzig maar het zag er heel gezellig uit. Golden Boy heeft dan weer een hip uithangbord en zag er ook aanlokkelijk uit. Die twee onthou ik zeker voor een volgend bezoek aan deze stad. In een van de zijstraten van Rundle Mall botsen we op het terras met de kleurige stoeltjes van Pinche Gringos, hier eten we lekkere wraps en genieten we van een heerlijke koffie. Voordat ik mijn favoriet verklap, geef ik je ook even mee dat ik niet wild werd van de tapas bij Casablabla. Prijzig voor de porties die je krijgt en een gezellige sfeer hing er ook niet echt, vond ik. Maar mijn favoriete lunchplek was toch wel de Adelaide Central Market! Zoek je een plaatsje aan een van de grote tafels en maak je keuze bij de vele kramen. Zo smulden wij van overheerlijke vers brood met lekker beleg. Eenvoudig maar zo vers dat het ontzettend smaakte! Plof je liever neer op een stoeltje met een menukaart? Aan de straatkant zitten enkele eetzaakjes.

Regio Adelaide

Niet alleen de stad maar ook de omgeving heeft vanalles te bieden. Zo heb je prachtige landschappen en heerlijke restaurants van wijngaarden in de Barossa Valley, waar je ook een mooie scenic route kan rijden. Ga je honderd kilometer naar het zuiden, dan ben je aan de haven waar je een ferry kan nemen naar het prachtige Kangaroo Island. Deze verdienen beide een apart artikel dus die kan je hier later nog lezen. Je kan dus perfect je reis beginnen in Adelaide en als uitvalsbasis gebruiken voor verschillende uitstappen in de buurt.

Gratis en voor niets

Ik bezoek graag in elke stad wel een museum, al wil ik liever de straten ontdekken in plaats van alle musea. In Adelaide koos ik er South Australia Museum uit. Dit is ook meteen een budgettip want ook deze bezienswaardigheid is gratis te bezoeken. De aandachtige lezer heeft ondertussen in de smiezen dat ik niets bezocht heb, dat mij toegang heeft gekost en toch heb ik hier anderhalve dag goed gevuld. Zo kan ook jij Australië on a budget bezoeken. Over dat prijzige vliegtuigticket hebben we het nog wel eens een andere keer.
Na een tochtje door North Adelaide met de gratis bus (tip: op de gratis stadskaarten staan de routes en de bijhorende bushaltes aangeduid) was het tijd voor onze bolide op te halen. Dit was dan ook de start van ons roadtripavontuur en het begon meteen goed… 🙂

Bezocht jij Adelaide al? Of lijkt deze stad je wel wat bij een reis door Australië?